Hoe worden contactlenzen aangemeten?

Draag je een bril en wil je overstappen op lenzen? Of ga je voor het eerst lenzen dragen? Dan moeten de contactlenzen worden aangemeten. Ieder oog is anders en daarom is het belangrijk dat een specialist precies kijkt welke lens het beste bij jouw ogen én jouw levensstijl past. Het gaat dus verder dan alleen bepalen welke sterkte je nodig hebt. In dit blog leggen we uit wat er allemaal komt kijken bij een contactlensaanmeting.

Lenzen meting

Waarom is een meting nodig?

Als je lenzen draagt, wil je natuurlijk dat je bijna vergeet dat je ze in hebt. Ze moeten comfortabel zitten, goed blijven zitten tijdens je dagelijkse activiteiten en je het voordeel geven van vrij zicht zonder een bril die kan afzakken of beslaan. Dat kan alleen als de pasvorm van de contactlens precies klopt.

Contactlenzen liggen direct op het oog en een kleine afwijking in pasvorm kan er al voor zorgen dat de lens net niet goed aansluit. Dat kan leiden tot klachten zoals irritatie, droge ogen of wazig zicht. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij vormstabiele contactlenzen, kan een verkeerd passende lens zelfs de kans op beschadiging van het hoornvlies vergroten.

Niet alleen de sterkte speelt een rol bij het aanmeten, maar ook de vorm van het oog, de kromming van het hoornvlies en de kwaliteit van je traanfilm. Al deze factoren samen bepalen welke lens veilig en prettig aanvoelt. Wordt er ook nog een leesgedeelte in de lens gemaakt, dan speelt bijvoorbeeld de diepte van de voorste oogkamer ook een rol. Als je lenzen goed zijn aangemeten, ben je verzekerd van optimaal comfort, helder zicht én lenzen die veilig zijn voor je ogen.

Lenzenmeting en controle

Waar kan ik terecht voor een contactlensaanmeting?

Allereerst is het goed om te weten bij wie je terecht kunt voor het aanmeten van contactlenzen. Dat kan bij een contactlensspecialist, optometrist of een opticien met contactlensspecialisatie. In principe kunnen ze alle drie een lensaanmeting doen. Een optometrist kijkt vaak iets breder naar de gezondheid van het oog en kan meer medische afwijkingen signaleren, terwijl een opticien of contactlensspecialist zich vooral richt op het aanmeten en adviseren van de juiste lenzen. Voor de meeste lensdragers maakt het niet veel uit waar je naartoe gaat, zolang het een gediplomeerd specialist is.

Welke metingen worden gedaan?

Een contactlensaanmeting gaat er net even anders aan toe dan een brillenglazen aanmeten. De check bestaat uit een aantal vaste onderdelen, al kan de exacte volgorde per locatie verschillen. De onderstaande metingen komen vrijwel overal terug:

Brilsterkte / refractie:
Het is natuurlijk belangrijk om te weten welke lenssterkte je nodig hebt. Ook als je je brilsterkte al weet, wordt deze opnieuw gemeten. Een lenssterkte wijkt vaak af van een brilsterkte, omdat een bril verder van het oog staat en lenzen direct op het oog liggen. Dat verschil beïnvloedt hoe licht wordt gebroken.

K-meting:
De K staat voor keratometrie: hierbij wordt de kromming van het hoornvlies gemeten. Deze waarde wordt vertaald naar de juiste basiscurve (BC). Zo ziet de specialist welke lens het beste aansluit op jouw oog. Een passende kromming voorkomt dat een lens te strak zit, te los beweegt of irritatie veroorzaakt.

Diameter van het hoornvlies:
Dit wordt aangegeven als DIA en geeft aan hoe groot de contactlens is. De specialist meet de grootte van je hoornvlies (iris) en kiest een diameter die daar goed overheen valt. Een juiste diameter zorgt ervoor dat de lens stabiel blijft liggen en niet schuurt aan de randen van je oog.

Traanfilmonderzoek:
Het draagcomfort van lenzen hangt mede samen met hoe vochtig je ogen zijn. Daarom wordt gekeken naar de hoeveelheid, kwaliteit en stabiliteit van de traanfilm. Een test die hiervoor gebruikt wordt is de BUT-test. Hier wordt gemeten hoe lang het duurt voordat de traanfilm ‘breekt’. Dit is de Break-Up Time (BUT). Dit helpt bepalen welk lensmateriaal en draagschema het beste past.

Ooglidsluiting en knipperfrequentie:
De specialist kijkt naar hoe vaak en hoe volledig je knippert. Dat zegt iets over de kans op uitdroging en geeft een voorspelling van hoe een lens straks op je oog zal bewegen. Zo kan worden ingeschat welk type lens het meest comfortabel en stabiel voor je zal zijn.

Gezondheid van het oog:
In principe kan bijna iedereen lenzen dragen, maar de specialist kijkt altijd naar de gezondheid van het oog. Roodheid, droogte, beschadigingen van het hoornvlies (epitheel) of allergieën kunnen invloed hebben op het draagcomfort en op de keuze van het lensmateriaal. Zo weet de specialist welk type lens jouw ogen het beste ondersteunt, of dat lenzen dragen tijdelijk moet worden uitgesteld.

Meibomklieren en oogleden:
De meibomklieren in de oogleden maken een olielaagje dat voorkomt dat tranen te snel verdampen. Als deze klieren verstopt zijn of niet goed werken, drogen je ogen sneller uit en kan een lens minder prettig aanvoelen. Door dit te controleren ziet de specialist of jouw ogen genoeg bescherming en hydratatie bieden voor comfortabel lensgebruik.

Eventuele cilinder- of torische waarden:
Als je astigmatisme hebt, meet de specialist de cilinder (CYL) en as (AXIS). Deze bepalen of je een torische lens nodig hebt – een lens die speciaal is ontworpen voor een ovaal hoornvlies en zorgt voor scherp en stabiel zicht.

Waar kan ik lenzen laten aanmeten?

Welke vragen kan de specialist stellen?

Voordat je naar de specialist gaat is het goed om je een beetje voor te bereiden op een aantal vragen die gesteld kunnen worden. Dit heet de anamnese. Aan de hand van bovenstaande metingen en aanvullende informatie kan de specialist je een compleet advies geven over welke lenzen het meeste geschikt zijn voor jouw ogen, maar ook voor jouw levensstijl.

Denk aan vragen als:

  • Waar ga je de lenzen vooral voor gebruiken? Voor werk of juist voor hobbies? Zit je veel achter een beeldscherm?
  • Doe je aan sport?
  • Hoeveel uur per dag wil je ze dragen?
  • Heb je last van droge ogen of allergieën? Zijn je ogen gevoelig voor irritatie?
  • Draag je al lenzen en hoe bevallen die?
  • Heb je oogproblemen of oogafwijkingen waarvan de specialist moet weten? Denk aan erfelijke aandoeningen of ontstekingen.

Wat doe je met het advies van de specialist?

Zijn alle metingen gedaan en heb je de aanvullende vragen besproken? Dan is het tijd voor het advies van de specialist. Maar hoe wordt dat advies eigenlijk opgebouwd en hoe lees je het? Dat leggen we je hieronder uit.

De specialist kijkt dus naar een combinatie van factoren: je sterkte, de vorm en kromming van je oog, de kwaliteit van je traanfilm en jouw leefstijl. Op basis daarvan wordt bepaald welk lensmateriaal (silicone hydrogel, hoog zuurstof doorlaatbaar etc.) het beste bij je past, en welk draagschema (daglenzen, weeklenzen, maandlenzen) geschikt is voor jouw ogen.

Daarna krijg je een voorschrift (ook wel recept genoemd). Hiermee weet je precies welke contactlenzen je kunt aanschaffen. Dit advies is volledig afgestemd op jouw ogen en jouw situatie. Op het voorschrift vind je verschillende afkortingen terug, zoals:

  • BC – basiscurve: geeft de kromming (radius) van de lens aan. Deze waarde moet aansluiten bij de kromming van je hoornvlies voor een goede pasvorm.
  • DIA – diameter: de grootte van de lens
  • PWR – sterkte
  • CYL en AXIS – waarden die nodig zijn bij astigmatisme

Wanneer je lenzen gaat bestellen, zul je deze waarden altijd terugzien op de lensverpakking of in de productomschrijving in de webshop. Zo weet je precies dat je de juiste lens kiest die past bij het advies van de specialist.

Moet ik op periodieke controle komen?

Veel mensen denken dat als ze eenmaal weten welke lenzen ze nodig hebben, ze daar jarenlang mee vooruit kunnen. Maar dat is niet helemaal waar. Je draagt lenzen omdat je comfortabel en scherp wilt zien, en dat kan alleen als de lenzen blijven aansluiten bij jouw ogen.

Je ogen kunnen in de loop van de tijd veranderen. Je sterkte kan wijzigen, het hoornvlies kan iets van vorm veranderen en hormonale schommelingen (zoals puberteit, zwangerschap, menopauze, een aandoening of bepaalde medicatie) kunnen invloed hebben op de vochtbalans van je ogen. Misschien breng je tegenwoordig meer tijd achter een scherm door, of ben je juist meer buiten; ook dat kan bepalen welke lenzen het beste passen. Daarnaast speelt leeftijd ook een rol, bijvoorbeeld in de hoeveelheid traanvocht die je aanmaakt en hoe gevoelig je ogen zijn.

Daarom is het belangrijk om je ogen minimaal één keer per jaar te laten controleren. Tijdens zo’n periodieke controlewordt niet alleen de gezondheid van je ogen bekeken, maar ook of je huidige lenzen nog goed passen. Kleine beschadigingen van het hoornvlies kunnen vroeg worden opgespoord. Soms speelt er al iets in je oog voordat je daar zelf iets van merkt, maar is het onder de spleetlamp al wél zichtbaar.

Hulp nodig bij het kiezen van lenzen die passen bij het advies van de specialist? Neem gerust contact met ons op.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *